IJsland Dag 19 Skogar – Kirkjabaejarklaustur (±178 km)

Als we de camping in Sogar verlaten rijden we pas een paar kilometer over het asfalt van weg 1 als we alweer linksaf een modderig onverhard paadje in sturen. Een bordje verwijst naar de vijf kilometer verderop gelegen gletsjer. Op het kleine parkeerterrein bij de gletsjer staat een auto van waaruit een gids zijn diensten verkoopt. Hij tovert net een berg stijgijzers tevoorschijn uit de kofferbak en vertrekt met een groep van een man of zes naar de gletsjer. En meerdere bordjes verwijzen naar de mogelijkheden die de gletsjer aan vertier biedt, zoals snowscootertochten of gidsen die je kunt bellen. We staan aan de voet van de Katlavulkaan onder de Myrdalsjokull gletsjer. De activiteit van de vulkaan smelt eens in de paar jaar zoveel ijs weg onder de gletsjer, dat er een enorme golf water onder vandaan komt die alles op z’n weg verwoest. Ook stroomt er dan zoveel lavagesteente mee, dat aan de kust een groot zwart strand is ontstaan dat zelfs al een eiland heeft opgeslokt. Daar willen we later nog naar toe want het enorme zwarte strand zou eldorado zijn voor off-road liefhebbers.

Op deze foto zie je links op het ijs een groepje wandelaars vertrekken. Wij lopen de gletsjer echter binnen. Er is een diepe grot gesmolten onderin het ijspakket. Door scheuren in het gletsjerijs perst zich grond omhoog en ontstaan op de gletsjer vreemde puntige bergen gruis, als meters hoge zwarte pylonen op het ijs. En op sommige plaatsen kun je nauwelijks zien dat het om ijs gaat, zoveel van dat gruis ligt er op. Het lijkt dan wel gewoon een rotsmassief. Het leuke van deze gletsjer is dat er geenmeer aan de voet ligt. Hoewel, wel een kleintje. Je kunt dus overal gewoon aar het ijs toe. Wel oppassen voor scheuren trouwens. We zien aan de gids en z’n groep hoe enorm de Solheimajokull, een uitloper van de gletsjer, is in omvang. 

We rijden terug naar weg 1 en slaan linksaf om even verderop rechtsaf te gaan naar Vic. We parkeren de Jeep bijna op het strand en lopen via het zwarte zand naar de kliffen om daar een flinke wandeling langs de rotsen te maken. Er nestelen veel vogels langs de rots, maar hoe ze heten?
Dan terug naar de 1 om een camping te bekijken, Pakgil, waar we op de vakantiebeurs in Utrecht op zijn gewezen. We rijden kilometers lang door het zoveelste buitenaardse landschap, dat zo uit een film lijkt te komen. Een bruin weggetje door een groen landschap, en bruine heuvels, bijzondere rotsformaties, en verlaten. Soms door water, soms er langs, dan weer over heuvels en door smalle dalen. Uiteindelijk loopt het dood in een groen dalletje, waar een tiental houten huisjes in aanbouw zijn. In een grot is de kantine van de camping ingericht. Er staat ook een kachel met er omheen wat tafels. De camping is natuurlijk gesloten en ziet er uit als een bouwput. We kijken wel even rond en dan rijden we dezelfde weg terug.
Bijna ademloos genieten we van het bijzondere weggetje dat na elke bocht iets nieuws heeft te bieden. Dan zijn we terug bij de 1 en slaan alweer linksaf, om verder naar het oosten te rijden.

Bij Hjorleifshofdi rijden we het kilometers brede zwarte strand op. Je kunt aan de basaltformaties zien dat de zee hier vroeger tegen de rotsen beukte. Nu is het strand kilometers breed door zand – of zijn het steentjes – dat door de overstromingen aan het eilandstrand is toegevoegd. We rijden een uurtje over het strand, om kleine eilandjes heen, door spoelgaten, via stuifzand en met de Jeep even een donut maken om een basaltformatie die zomaar uit het strand omhoog steekt. Bulderen maar. Zonder 4×4 kom je er niet door, want we zakken er hier en daar zeker 15 cm in. Dan steken we via weg 1 de 50 km2 spoelzandvlakte van de Myrdalssandur over. Verkeerslichten waarschuwen voor een zandstorm of vloedgolf. Bij weg 204 slaan we rechtsaf om door het lavaveld Eldhraun te rijden, waarop een decimeters dikke laag mos groeit.
De weg slingert zich echt eindeloos door het groene matras. Na verloop van tijd zijn we het eigenlijk meer dan zat, maar het blijft bijzonder. Zeker 40 kilometer rijden we slingerend tussen de wagenhoge randen mos. En wij betalen met kerst een kapitaal voor een paar gram van dat spul. Als we het mos uit rijden staan we ook gelijk voor camping Tjaldsvaedid Kirkjubaer in Kirkjabaejarklaustur IJsland. We zetten de tent op en verblijven in een heerlijk warme keuken annex kantine, tot we naar bed gaan.