Dag 10 Krokstrand Noorwegen – Fossen Noorwegen (±450 km)

1e overtocht Bognes – Skarberget (±25 min)

Het is maar een klein stukje rijden naar de Poolcirkel. De Duitse campers zijn al weg als we om zeven uur opstaan. Als wij bij het monument en souvenirwinkel aankomen is het winkeltje daar net open, voor het eerst dat jaar. We kopen dus maar een souvenir, een sticker van de Polarcirkelen en een mok. Betalen moet gepast, want de sleutel van de kassa is nog zoek. Als die toch wordt gevonden krijgen ze tot grote hilariteit van alle aanwezigen de kassala weer niet open. Zeker dichtgevroren grappen we in het engels. Aardig moment, zo als eerste toerist van het nieuwe jaar een beetje sparren met met Engels worstelende Noren. Gelukkig spreken ze allemaal Engels, al vinden ze zelf van niet. We maken de verplichte foto’s bij het 66ste breedtegraad monument. Vanaf het bezoekerscentrum loopt een spoor van kunstobjecten precies over de Poolcirkel. Ze staan nu nog in de diepe sneeuw met daar onder rivieren van smeltwater. Dus ook deze keer laten we een wandelingetje schieten. We blijven liever droog dan risico lopen door de sneeuwlaag in een snelstromende ijswaterbeek te belanden.  

De picknickplaatsen worden naar het noorden toe steeds luxer. We vinden ze nu al met afdakjes en zelfs als halve huisjes met een barbecue in de hoek. In een van de gebouwtjes eten we een broodje en warmen
een kop soep op. Het landschap bestaat rondom uit stenen, stenen en stenen, met hier en daar een stroompje tussen stenen, dat zich net onder het ijs aan het uitwerken is. En nooit een mens in de buurt, hoewel we de sporen wel tegenkomen. Vlak naast onze stopplaats onthult de sneeuw een achtergelaten accu.

Soms maakt de weg hier een verraderlijk scherpe bocht, er liggen smalle bruggetjes in, dus al met al brengen we het tempo weer flink omlaag. Vrachtauto’s blijven ons nu wel bespaard. We pakken voor het
eerst ook een veerpont, een soort badkuip was het eigenlijk. Tussen Bognes en Skarberget moet je wel varen, een fjord verdeelt de E6 naar Narvik in tweeën. Hier zagen we ook ‘onze’ Duitse campers weer terug. Zo gauw we de boot verlaten stuiven we ze voorbij om ze nooit meer tegen te komen. We blazen ook door Narvic en stoppen eigenlijk alleen nog om even te tanken. Een beetje angstig zijn we daarover wel steeds, want tanken zou volgens reisverslagen van anderen wel eens een probleem kunnen zijn. Nou, niets is tot nu toe minder waar.

Tankstations zijn halve supermarkten en zelfs de kleintjes beschikken over Visa. En met onze actieradius van ongeveer 400 km komen we zelfs niet in gevaar om zonder benzine te komen staan. Door de enorme hoeveelheid tunnels en tunneltjes, bochten, hellingen en vele fotomomenten ligt het gemiddelde vandaag erg laag. Pas tegen 22.00 uur zijn we op camping Vosseng Camping in Fossen.
We warmen een blik Lapskous op, een Noors soort bouillon-vlees-aardappel-bonen-brei. ’t Is hier steenkoud dus het eten is erg lekker. Om het zitvlees los te maken wandelen we door een bos dat deel uitmaakt van een militair oefenterrein, vlak naast de camping. Daar vinden we verse keutels van een eland, dus die heb ik maar op de foto heb gezet. Dat is in elk geval al iets, het beest zelf laat zich niet zien. Wel vinden we nog een door de sneeuw geconserveerd, van bloederig vlees voorzien kaakbot; van een eland of een rendier? Sporen van roofdieren kunnen we niet vinden. Was van die Eland van de keutels. Weg Eland.