Dag 6 Kristiansand Noorwegen – Roldal Noorwegen (±320 km)

Na nog een muntje door de tol in de trechter te hebben opgegooid, weer al rijdend precies in de beker, verlaten we Kristiansand via weg 39 naar Haukeliseter. Tijdens een paar enorme regenbuien zien we het water van de wielen langs de ramen opspuiten en het komt ook met bakken binnen langs de softtop en de deuren. Op de vloer staat vanwege lekkage langs de ramen en de deuren al snel vijf centimeter water. 100 km verderop is het plotseling droog, met een stralend blauwe lucht en slechts hier en daar een witte wolk. Dopjes uit de vloer en binnen is het rond de voeten ook al snel weer droog. 

Ongelooflijk hoe stil de natuur hier nu is. Het water staat als een spiegel in de meertjes. Er is geen zuchtje wind meer te bekennen en we hebben even lekker een uurtje van het uitzicht zitten genieten. Dat we nu noordelijker zijn is al te merken aan de temperatuur, want de truien moeten aan. Bij Haukelgrend slaan we linksaf weg 13 op. Overweldigende natuur links en rechts dus zoeken we hier een plekje om te picknicken. Jammer dat ’t maar een graad of 8 is, vanuit de auto leek het wel zomer. Onder de softtop heeft de zonnewarmte veel effect. Verderop zijn de restaurantjes en winkeltjes van Haukeliseter nog gesloten en nog verstopt in dikke pakken sneeuw. Wandelen is er dus niet bij, sneeuwballen gooien wel. Tussen de hoge sneeuwwallen krijgen we het gevoel op wintersport te zijn.
Het avontuur mag beginnen, al zal dat waarschijnlijk wel meevallen. Noorwegen is tot nu toe geen wildernis. Vrij laat rijden we door via de Haukelitunnel, met bijna 5,7 kilometer lengte de eerste indrukwekkende Noorse tunnel. Het ding is aan de binnenkant niet van een betonnen afwerking voorzien, maar lijkt gewoon uit de rots uitgehouwen. De wanden zijn ruw in plaats van glad. Volgens de kaart krijgen we er nog veel meer van. Hier en daar hangt een lamp aan het plafond, verder is het steeds honderden meters donker. Onderweg kun je wel stoppen op uitwijkplaatsen. Leuk om daar de grof geboorde tunnel even te bekijken. 

Na het tunnelgebeuren ligt links een parkeerplaats met de naam Austmannli, waar de Austmannlipas begint. Helaas ook hier een te dikke laag sneeuw om die weg te berijden. Dat belooft niet veel goeds voor onze off-road plannen verderop. Als we te vroeg zijn dan liggen alle kleinere weggetjes nog onder een pak sneeuw waar we niet doorheen komen. We proberen het hier wel even, maar zakken na een metertje door de verijsde bovenlaag en zitten gelijk muurvast. Met de vierwielaandrijving ingeschakeld schieten we even later los en rijden door.    

’t Blijft hier lang licht, maar het wordt wel later en later. We rijden heel langzaam door het besneeuwde landschap, een en al genieten. Eigenlijk willen we naar de camping in Lofthus. Die camping ligt op een honderden meters hoge rand van een smal fjord. Maar in Roldal, vlak na een tankstation in Roldal, zien we ook een camping aangeduid als Seim Camping, vlak naast een Stavekerkje. De camping is helemaal sneeuwvrij. We staan met auto en tent op een bruinverbrand gazon, op een heuveltje midden op het veld. De picknicktafel hebben we naar de tent gesjouwd en we zijn om 22.00 uur helemaal klaar om te eten. Naast de camping bezoeken we nog het kleine staafkerkje (1629), gerestaureerd in 1917. Wandelend kun je er gemakkelijk bij komen. Alleen de omloop is open voor bezoek.  Er is natuurlijk niemand meer.

Daarna spreken we ook nog even de eigenaresse van de camping, die de negen kronen kwam ophalen. We begrijpen dat het water van het meer erg laag staat voor de tijd van het jaar en ook wel eens tot halverwege het veld komt. In elk geval ligt er geen sneeuw, terwijl een paar honderd meter hoger alles witter dan wit is.