Dag 9 Asen Noorwegen – Krokstrand Noorwegen (±529 km)

Het verslag zou nu best eens een tijdje saai kunnen worden, dat in tegenstelling tot de natuur waar we doorheen rijden. Superlatieven ontbreken gewoon. Je moet het zelf zien, wij kunnen alles zeker niet beschrijven zoals het er bij ligt. Zo vlak na de winter is het dor, woestijnachtig, stoffig. We genieten van het steeds wisselende landschap en ontwijken in een bocht af en toe echt op het nippertje een vrachtwagen. Rechts rijden is hier een manier van overleven. E6, dat klinkt wel als een autosnelweg, maar niets is minder waar.

De route slingert zich heen en weer en op en neer door een heuvelachtig en soms desolaat, maar ook adembenemend landschap van mos en gehandicapte bomen die onder de zware omstandigheden trachten te overleven. Met vier wielen los springen we op een gegeven moment door een enorme verzakking in het asfalt. Elke luxe wagen had hier zware schade opgelopen, wij zitten alleen plotseling met de tent en alle potten en pannen op schoot. De auto landt eerst op een van de achterwielen voordat de andere banden tegen de grond slaan.

Bij een klein winkeltje in een dorp checken we de techniek aan de onderkant, maar alles is nog ok. Wel is een van de stalen velgen verbogen en nu slingert het rechter achterwiel een beetje. Met een paar blikken Lapskous, twee enorme karbonades en vers brood verlaten we het dorp op weg naar de eerstvolgende picknickplaats. Dit soort plekken ligt in de mooiste stukjes natuur met prachtig uitzicht op watervallen, kloven, gletsjers of fjorden. Toiletjes zijn er ook weer, maar sinds de vorst weg is, is in de kleine hokkies wel broei ontstaan.
Ademen kun je er niet meer. 
De lunch bestaat vandaag uit karbonades met mosterd en brood, waarna we doorrijden door een dennenbos, slingerend langs dammen, waterkrachtcentrales, snelstromende beken en rivieren, waarvan een groot aantal buiten hun oevers treedt. Een enorme boog over de weg geeft aan dat we de provincie Nord-Norge binnen rijden.

Na 500 km houden we het vermoeid voor gezien op Krokstrand Camping in Krokstrand. Twee Duitse campers staan midden op het pad bij de ingang, de eigenaren zitten er voor en groeten ons vriendelijk. Wij groeten ook, maar vinden het hier met al dat volk op de camping wel druk. Na een paar rondjes over de velden blijkt er nauwelijks droge ondergrond beschikbaar. Vandaar dus dat die campers op het weggetje blijven. Twee keer stappen we uit om de bodem te inspecteren, met als gevolg dat die Duitsers gelijk met stoelen en al verkassen om zicht op ons te houden. De tent hebben we dus uiteindelijk maar achter een paar hitters (huurhuisjes) op de drassige bodem in een berkenbos gezet, maar dat pas na een uurtje rustig koffiedrinken. De interesse was toen al flink geslonken. De deuren van de campers klappen dicht en we hebben die luitjes niet meer gezien. Overal is hier water, smeltwater en er lopen zacht kabbelende beekjes die nog grotendeels door ijs zijn bedekt. De hele camping is drassig. Het lijkt er op dat ’t mazzel is dat er geen water overheen stroomt. Broodjes en Cup a Soup erwtensoep vormen het avondeten. Het wordt een koud nachtje, want we zitten eigenlijk al, al moet de weg de officiÎle plek nog passeren, bovenop de Poolcirkel.