Dag 11 Darmanesti Roemenië – Bran Roemenië (±231 km)

Voor het eerst schijnt een lekker warm zonnetje als we opstaan. We drinken een bakkie koffie voor de tent, heerlijk. Kamperen is op deze momenten zo leuk! Om ons heen ontstaat een uitdragerij van spullen die wel een beetje mogen drogen. Ik laat Nicolai een stukje in de No Limits JEEP rijden. Hij maakt er gelijk een rondje dorp van, en het duurt niet lang of vrienden die hem hebben zien rijden melden zich bij de camping. Er gaat een uurtje verloren met praten over de auto.

Nicolai vertaalt. Leuk om zo weer veel interessante bewoners te spreken. Uiteindelijk hebben we toch alles ingepakt en nemen afscheid. Vandaag gaat het van Darmanesti in Roemenië naar Bran in Roemenië (±231 km). Een kilometer of tien verder gaan we alweer aan de kant. In Targu Ocna in Roemenië ligt een zoutmijn waar je met Iveco busjes en zelfs een grote stadsbus naar binnen wordt gereden. Dat willen we wel eens zien. De bus rijdt inderdaad. Voor 18 Lei per persoon kunnen we mee. De bus rijdt drie kilometer ver de berg in, waarbij hij ongeveer 260 meter daalt. Dan worden het overvolle gevaarte geleegd en mag iedereen op eigen gelegenheid rondlopen. Na de eerste deur volgt nog een tweede.

Hoewel de wanden bijna wit zijn en zeer zout smaken, nog geen mijn. Na de derde deur een kapel. Nog een deurtje verder openbaart zich een enorm gewelf, waarin picknicktafels staan, een heleboel tafeltennistafels, een restaurantje, een vijver en spingkussens. Ook is er een volleybalveld, een voetbalveld en nog veel meer. De mijn blijkt een verblijfsruimte te zijn waar men zich terugtrekt voor gezondheid, maar ook om aan de hitte van de zomer te ontsnappen. Van enige mijn-activiteit is, behalve het gewelf, niets terug te vinden.   

Dan zetten we de sokken er in. Op naar camping Vampire in Bran. Een korte etappe, want Boekarest is toch niet te halen als we Bran nog aan doen. Ondanks dreigende regen en een paar spettertjes lunchen we buiten, zoals gewoonlijk met de aanhanger als tafel. Als we weer onderweg zijn worden we op een klein weggetje ingehaald door een trein. Luid blazend rijdt hij naast ons en houdt zelfs even in. Dan zien we dat de machinist gewoon zit te kijken en te zwaaien. We verbazen ons zo langzamerhand nergens meer over en zwaaien terug. Luid toeterend trekt de trein dan weer op. Hier trein vier dan maar op de foto.

Even verderop zet ik rijdend ook nog een vliegende ooievaar op de foto. Niet best, maar ik heb ‘m wel. Om vier uur zitten we. Koffie, dan de tent opzetten. Er arriveert een groep Duitse motorrijders. Stoer uitziende kerels op naked Rat-bikes, allemaal in het zwart en natuurlijk zwarte motoren. Het lijkt wel een film van Mad Max. De BMW offroads zijn het meest toegetakeld, met visnetten onder polyester bijvoorbeeld. Niets is netjes gelaten. Ze weten ons te vertellen dat het weer de rest van de week alleen maar beter wordt.