Dag 12 Bran Roemenië – Boekarest Roemenië (±238 km)

Op naar Boekarest. Weer een korte rit want we willen morgen bij vertrek het paleis van voormalig dictator Tsjautsjeskoe (geen idee hoe je de naam van die vent schrijft en ik ben te beroerd om het op te zoeken, dus fonetisch) bezoeken. Daarin huist tegenwoordig het parlement. Maar eerst naar het kasteeltje van Dracula.

Wie ooit het Monster van Lochness heeft bezocht, moet zeker ook hier heen. Een enorme happening om niks. Het kasteeltje is wel één van de leukste die we ooit hebben gezien. Het ligt tactisch op een hoge rots midden in een smalle opening tussen twee bergketens en is, ondanks de vriendelijke uitstraling, uitermate goed te verdedigen. Het plaatsje zelf is zeer toeristisch. We ervaren ook weer de vriendelijke bezorgdheid van de bewoners.
We parkeren op een bewaakte parkeerplaats, waarvan de eigenaar ons speciaal komt waarschuwen dat dat wel 4 Lei (€ 1) per uur kost en dat het kasteel pas om 12.00 uur open gaat. Desondanks blijven we staan. Uiteindelijk een uurtje of vier.

In het dorp kopen we een belachelijke souvenir en een plaatselijke lekkernij genaamd schoorsteenbrood.
 Zo’n raar pijpvormig brood wordt boven kooltjes gegrild en daarna met suiker, sesamzaad, kokos en andere lekkernijen beplakt en nog eens geroosterd. Heerlijk als het vers is. De lokalen eten het zoals wij patat kopen.

We verlaten Bran via de Pasul Bran, een pas van 1.456 meter hoog. Er zijn zoveel haarspeldbochten dat er regelmatig iemand naast z’n auto staat te kotsen. Prachtige route vandaag over vrij glad asfalt. Alleen zijn de Roemenen kennelijk het fundament onder hun wegen vergeten, want bergaf is het asfalt voor elke bocht tot wasbord opgedrukt. De Jeep trilt af en toe haast uit elkaar als we remmen. Ook passeren we enkele kilometers lange stukken betonweg. Dat is zo kapot gereden dat de stukken ons om de oren vliegen. We gaan letterlijk vliegen om er zo weinig mogelijk van te voelen. Lekker autootje!

Heel wat mannen zijn ook vandaag weer met hun koe aan de wandel. Die laten ze dan uit bij een grasrijk stukje. De koe natuurlijk netjes aangelijnd. Trouwens, vanwege die rare koe-gebruiken heeft iedereen een hek rond z’n woning. Dat is nou om de eigen tuin te beschermen tegen koeien en paarden van anderen. Niet vanwege onveiligheid zoals veel Nederlanders lijken te denken. De bewoners zitten meer voor hun huis langs de weg dan binnen. Dichter bij Boekarest wordt de omgeving rommeliger. Vervallen boerderijen en fabrieken staan overal in het landschap. Er valt nog veel op te ruimen uit de ‘goeie’ oude tijd. Via weg 7 naderen we uiteindelijk Boekarest. We moeten dwars door de stad om de camping te bereiken. Met behulp van de I-phone vinden we de camping uiteindelijk, beide navigatie-apparaten bakken er helemaal niets van. Er is tussen de huisjes een veldje van hooguit 50 x 50 meter gereserveerd voor kampeerders en ze kunnen nog wat campers en caravans kwijt op het centrale plein, dat geasfalteerd is. Naast het ‘tentveld’ is een kennel gevestigd en de camping ligt tussen twee vliegvelden in. Helaas is er verder niets aan campings in de buurt beschikbaar, maar van ons mag déze plek uit de campinggids. Een nachtje houden we het wel uit. Morgen maar eens niet uitslapen. Bij een enorm gigantisch grote Carefour – als we die in Nederland ooit krijgen wil ik een gemotoriseerd winkelwagentje – naast de camping halen we een berg vlees, drie komkommers en twee dozen aardbeien. Da’s het avondeten van vandaag. De rest van de avond? Grill schoonmaken, afwassen, blogje, neutje, wijntje, slapen. Morgen gaan we naar Varna in Bulgarije.