Berichten

IJsland Dag 17 Kirk – Vik – Kirk (±235 km)

We laten de vouwwagens een dagje staan en rijden weer een stuk terug naar het westen. Eerst doen we een vlakbij de camping gelegen kloof aan. 

De Fjadrargljufur aan de weg naar Laki is een plaatje om over, of doorheen, te lopen. Eigenlijk was beneden al het mooste plaatje gemaakt, maar het is ook de hoogste tijd voor wat fysieke inspannng. Wandelen dus. Ik verdraai bij het uitstappen meteen m’n knie. Komt dat even goed uit. Terwijl ik op de rest wacht, leer ik een uur lang alles over de techniek in IJslander-jeeps. Een groezelig uitziende flink ruikende IJslandse gids neemt z’n hele Toyota Landcruiser, met het kentenen GUIDE, met me door. Toch wel een beetje blij dat ik daar niet bij in de auto hoef te zitten. 

Als we verder trekken rijden we door een enorm lavaveld dat onder een decimeters dikke laag mos ligt verscholen. Noordelijk van de hoofdweg ligt door dat veld een vele kilometers lang prachtig slingerend gravelpad. Alsof je op een andere wereld rijdt. 

De rest van de dag rijden we over stranden, steeds opnieuw het binnenland in, en gedragen ons als echte toeristen. Het ene landschap is nog mooier dan het andere. De offroad-mogelijkheden zijn enorm, maar wel op de paden blijven. De foto met sporen mag je nergens maken. Op advies van een gids hebben we die aan de waterkant op het strand geschoten. Maar paso, de boetes zijn zeer hoog. De natuur is kwetsbaar. Aan het eind van de dag rijden we terug naar de camping. We zetten eerst een bbq-tje in elkaar voor de kampeerfoto’s. 

Het is nu even mooi weer, dus moet er een vers lammetje aan geloven. Wat is dat vlees hier toch lekker gemarineerd en de winkels liggen we weer vol mee. Om een uur of negen zitten we dan eindelijk weer in de campingkeuken om daar een riante maaltijd macaroni te koken, waaraan ook andere campinggasten aanschuiven.

IJsland Dag 18 Kirk – Skaftafell (±250 km)

Tijd om weer in te pakken. We rijden met de trailers nog verder naar het oosten. We zoeken een route over de spoelzandvlakte Skeidaransandur. Prachtig zwart ligt de zandvlakte er bij. Een erg fotogenieke omgeving. We beklimmen wat bergjes om nog meer overzicht te hebben. Al rijdend en in de verte kijkend moet je hier wel blijven opletten, want een spoor kan zomaar in een meters diep afgrondje eindigen waar het water van de stoompjes de randen heeft laten afbrokkelen. 

Die randen moet je natuurlijk ook niet te dicht naderen. We zijn er lekker een paar uurtjes zoet voor we doorrijden naar de main attractie van vandaag, het gletchermeer van Jokulsarlon. Uiteraard varen we met zo’n spectaculair uitziende gele amfibie-truck tussen de ijsmassa’s door. Een avontuurtje al is het ook een toeristische attractie. Ook hier lokt de omgeving uit tot het maken van stoere en vooral aparte foto’s. Daar steken we dan ook veel tijd in. Na al die ervaringen zetten we weer koers naar het westen naar camping Skaftafell. Het is een enorm groot terrein over een aantal velden verdeeld, aan de voet van de grootste gletsjer van Europa. Met veel voorzieningen en goed sanitair. De camping maakt deel uit van het informatiecentrum van natuurgebied Vatnajokul. Het is een startplaats voor wandeltochten en gletsjerexcursies, te voet, met sneeuwscooters of in dikke 4×4 IJsland-jeeps.

IJsland Dag 19 Skaftafell – Hofn (±155 km)

Vandaag nemen we afscheid. We eten samen ontbijt en al vroeg taaien de collega’s af. Ze moeten terug naar Reykjavik, een rit van vele honderden klometers. Wij rijden door naar Hofn, een plaats die we in 2007 nauwelijks konden bekijken in de dichte mist die er toen hing. 

We laten de foto’s het werk maar doen. Even scrollen dus. Het was een rustig dagje, met z’n tweeen, zoals we gewend zijn met links en rechts af en toe een stukje off-road om dieper de dalen, de natuur binnen te dringen. Alle tijd voor koffie, een hapje eten tijdens een eenvoudige picknick. We rijden weer 60 km/u in plaats van 120. Aan de benzine in de tank lijkt dan ook geen einde te komen. Dat was de afgelopen dagen wel even anders. Vlak voor Hovn loopt een smalle dijk ver de zee in. We volgen die maar eens over enkele kilometers om uiteindelijk in een vogelreservaat te eindigen. In Hoffn is het weer net zo nat als vorige keer. In de best goed toegeruste shop van de camping kopen we een flesje om de bergschoenen nog een keer waterdicht te maken. Alles is weer kletsnat, de tent, onze spullen, het gras, de lucht…. Toch een mooie plek om weer terug te komen. Morgen weer even naar de oude basis uit de koude oorlog. 

IJsland Dag 20 Hofn – Egilsstadir (±285 km)

Een vertrouwde lange route voor de boeg. Met uitstapjes naar het strand, rotskusten, en een natuurgebied in het binnenland. 

Ook rijden we nog een keer naar de verlaten Amerikaanse legerbasis, waar fotomogelijkheden voor het oprapen liggen. In Egilstadir blijkt de camping een stukje te zijn verplaatst. Na enig zoeken vinden we die. ’t is geen fijne lokatie, behalve voor uitgeputte vakantiegangers die de volgende dag de laatste etappe naar de boot willen doen of in een ruk vanaf de boot hier aangekomen zijn om links of rechtsom IJsland te gaan verkennen. Je kunt hier tanken, riant inkopen in diverse supermarkten en er is een (sterke)drankzaak vlakbij. Ook de kantine/pub van de camping is redelijk goed.

IJsland Dag 21 Egilsstadir – Borgarfjordur – Vopnafjordur (±310 km)

We vertrekken naar de vogelrotsen van Borgarfjordur. De rit er heen zou over een prachtige bergkam lopen en we zijn benieuw naar de vele Puffins, de Papagaaiduikers, die daar zouden zijn. 

Alles is dik de moeite waard en na een mooie rit over de bergen zetten we koers naar de mooiste en hoogste pas van IJsland, de Hellisheidi in weg 917. We zien borden dat hij is afgesloten wegens sneeuw, maar rijden toch omhoog. Natuurlijk. Na een paar haarspeldbochten staan we achter een enorme Franse camper, waarvan de eigenaar ons duidelijk maakt dat er na de volgende bocht geen doorkomen aan is. Hij spreekt een beetje Engels en legt uit dat hij ook niet meer helemaal terug durft, achteruit. Ik zie aan de sporen dat hij bij het passeren van de sneeuwplaten naast de weg wel heel erg dicvht aan de rand van de afgrond heeft gereden. De weg is daar behoorlijk verzakt. Toevallig komt de
IJslandse TV langs voor een reportage en die filmen natuurlijk geljk. Ik wordt geinterviewd en probeer uit alle macht te voorkomen dat ik straks als de eigenaar te boek sta. In elke zin noem ik onze Jeep en ’the french guy that owns the motorhome….’ Voor we weg zijn verschijnt een lokale boer met een schovel voorop zijn trekker en die begint de weg sneeuwvrij te maken. Dat gaat wel even duren en de camper moet natuurlijk evengoed achterit de pas af. 

Tijd om terug te gaan. De cameragast filmt nog hoe ik de trailer achteruit tegen de bergwand op duw en zo in een keer de hele combinatie kan keren. Schouderklopje voor mezelluf. Met veel motorlawaai en in de uitlaat ploffende motor rollen we de Jeep de berg weer af. Gas er op, want door deze tegenvaller moeten we 170 kilometer omrijden naar Vopnafjordur. Het gerucht gaat dat op de 1.251 meter hoge Smjörfjöll (Boterbergen) ten zuiden van Vopnafjörður de Kerstman woont. Onderweg rijden we door een desolaat laaggebergte waar dikke seeuwlagen net doorbroken worden door kolkende smeltwaterivieren. Enorme blokken sneeuw en ijs worden af en toe meegevoerd. Facinerend en de tocht duurt zo toch nog behoorlijk lang. We moeten blijven kijken. Dan gaan we naar ons overnachtingsplekje. Het dorp leeft op visverwerking. De camping ligt op een winderig uitzichtpunt vlak boven een groot fabriekscomplex. Er is een klein sanitairgebouwtje dat door een paar tieners wordt onderhouden. We betalen een flutbedragje en kunnen even gaan zitten genieten van het uitzicht.

IJsland Dag 22 Vopnafjordur – Raufarhofn (±190 km)

Ondanks de stevige bries hebben we weer heerlijk geslapen op het bed in de tenttrailer. Als we inpakken vinden we een briefje aan de dissel. Geen idee wie dat heeft aangebracht, maar vermoedelijk iemand die mij gezien heeft; ha ha. De 85 jaar oude Franse buurvrouw? 

We rijden nog een rondje dorp, doen wat inkopen voor de dag en zijn weer op pad voor een mooie kustroute. We gaan naar het schiereiland Langanus. De vorige keer hebben we het hobbelen over het spoor van stenen opgegeven. De rit is prachtig, maar ook deze keer geven we het voortijdig op. ’t Is echt een enorm eind rijden, een dagtocht, over een steeds slechter onderhouden pad. Hoogtepunten zijn de uitzichtpunten langs de kliffen, het vele drijfhout en het vliegtuig dat er naast een boerderij ligt.

Maar de uitzichtpunten zijn prachtig, we genieten, van het alweer bijzondere landschap, dit keer ondoordringbaar vol brokken scherpe gesteente. We picknicken bij een redelijke temperatuur in de zon, maken een filmpje op het stoffige pad en natuurlijk heel veel foto’s.
We rijden op behoorlijk zachte banden, dus als we weer op de gravelweg zijn om richting Raufarhofn te rijden, pomp ik eerst de banden maar weer eens op. 

In Raufarhofn waren we ook al eerder, maar we rijden er nu heen om wat persfoto’s voor 3DOG camping te maken. Part of the deal toen we de vouwwagen kochten. De foto’s die we hier maken zie je regelmatig op de website van het merk voor stoere kampeerders terug. 

De camping in het dorp is klein en heeft een beperkt aantal plaatsen. Verblijf is gratis, net als stroom en het sanitair. Dat het kan spoken blijkt uit de bijna geheel ronde kom achter een dijk, waardoor de camping beschermd wordt. We staan alleen, een campertje dat later aankomt gaat eeneind verderop staan, omdat auto’s niet op het gras mogen. Zware auto’s zullen we maar zeggen….

IJsland Dag 23 Raufarhofn – Asbyrgi (±125 km)

Vandaag een klein stukje rijden naar de camping Hljodakletter aan de rivier – eigenlijk meer aan de kloof – van Jokulsa a Fjollum. 

Om er te komen moet je Asbyrgi, en de camping daar, eerst voorbij, dan het weggetje F862 in. We hebben die camping vorige keer bezocht en hij ligt prachtig. Maar als we er komen staat er een camper op de parkeerplaats en de hele camping staat onder water door smeltwater. Je ziet het niet, maar op de velden loop je door het water. De beheerders zijn er, maar kunnen nog niemand toelaten. Het is immers een natuurgebied en de bodem herstelt te langzaam van schade. Wachten tot het droog en hard is, dat lukt vandaag niet. Mogelijk over een week geven ze aan. 

We gaan na een wandelingetje dus maar terug naar de camping van Asbyrgi en zoeken een prachtige plek, alleen tussen de struiken, vlak naast de enorme basaltmuur die dit gebied overheerst. Wat een plek en wat een echo. We besluiten twee nachten te blijven. Even lekker tot rust komen. De wegen naar de watervallen van Dettifoss zijn vanaf deze kant nog afgesloten, dus we kunnen weinig kanten op. 

Gelukkig schijnt de zon, we zitten achter de muur uit de wind en vermaken ons buiten prima. Wandelen, een boek, uitrusten.

IJsland Dag 24 Asbyrgy (±50 km)

Vandaag hebben we een rustdag. We rijden nog wel even om naar weg 864 om te kijken of die vandaag opengesteld is en we Dettifoss kunnen bezoeken. Dat blijkt nog niet zo te zijn. Terug naar de tent, BBQ.

IJsland Dag 25 Asbyrgi – Reykjalid (±250 km)

Het stukje kust bij Tjornes hebben we nog niet eerder gereden. Fans als we zijn, van kustwegen, rijden we een enorm stuk om, om weer aan het meer Myvatn terecht te komen. De banden aflaten voor het wasbordweggetje langs de kust en we filmen de stofwolken die groter en groter worden. Met de ventilatie de hele weg op vol weten we het meeste stof uit het interieur te houden. De ramen zijn dicht, het is lekker warm binnen.

Husavik is een tussenstopje waard. Er ligt net een cruiseschip voor de haven en de toeristen stromen vanaf die kant binnen. Via de 842 en 844 rijden we daarna ver het binnenland in. De banden nog zachter om wat meer comfort te hebben. 

We gaan op zoek naar de waterval Aldeyarfoss. Een mooie route, waarbij je een enorme hangbrug passeert. Als we uiteindelijk niet verder kunnen rijden, berekenen we op de kaart dat wandelen ons te ver is. Terug en op naar de waterval Gopafoss bij Fosholl. Een prachtig complexe waterval met heel veel bijzondere stromingen. De camping daar is nog dicht, dus op naar Myvatn en de camping bij Reykjalid. 

Deze camping heeft een groot aantal niveauverschillen waarop je met prachtig uitzicht op het meer en de omgeving kunt staan. Helemaal bovenaan sta je precies aan het eind van een start/landingsbaan voor een vliegveld voor kleine vliegtuigen. Een rondvlucht kun je vanaf die plek ook maken.

IJsland Dag 26 Myvatn Krafla en omgeving (±30 km)

We rijden van Myvatn naar Krafla voor een prachtige dag-lange wandeling. Over Krafla vind je heel veel op internet. Daar moet je heen. De foto’s spreken voor zich.