veilig met gas

Risico toestellen op gasflessen voorkomen

Koken op de camping met een gasfles of prikblikje vraagt om oplettendheid.

Lees hieronder de 18 tips van de Voedsel en Waren Autoriteit voor veilig gebruik van gas:

  1. Let erop dat het toestel een CE-markering heeft. U ziet dan de aanduiding CE, met een 4-cijferige code van de keuringsinstantie die toeziet op de kwaliteit van de productie. Bijvoorbeeld CE 0123.
  2. Lees de gebruiksaanwijzingen goed en volg ze op. Controleer voor aankoop of de gebruiksaanwijzing in het Nederlands is opgesteld.
  3. Controleer het toestel regelmatig op vuil, roest en corrosie. Door roest of corrosie kan gaslekkage optreden. Dit kan leiden tot brand of een explosie. Door vuil, roest en corrosie kan het gas slecht verbranden waardoor koolmonoxide kan ontstaan.
  4. Sluit de gaskraan als het toestel niet wordt gebruikt.
  5. Schaf voor de zekerheid een brandblusser aan.
  6. Zorg altijd dat het toestel op een vlakke ondergrond of een stabiele tafel staat. Omvallen kan brand of brandwonden veroorzaken.
  7. Gebruik om mogelijke koolmonoxide te voorkomen een gastoestel nooit in een afgesloten tent, vooral niet wanneer deze nat is. Zorg altijd voor goede ventilatie tijdens het gebruik van een gastoestel.
  8. Gebruik gastoestellen alleen voor het doel waarvoor ze zijn gemaakt. Gebruik een kooktoestel nooit als verwarming door er bijvoorbeeld een bloempot omgekeerd op te zetten. Hierdoor kan koolmonoxide ontstaan.
  9. Houd gasflessen uit de zon. Door een hoge temperatuur (>30°C) stijgt de druk. Dit kan leiden tot een explosie.
  10. Leg aangesloten gasflessen nooit op zijn kant. Hierdoor kan vloeibaar gas direct in het toestel en in de buitenlucht komen. Ook bij vervoer moeten de flessen rechtop staan.
  11. Controleer de gasslang minimaal 1 keer per jaar op slijtplekken, beschadiging, scheurtjes, vervorming of tekenen van poreusheid zoals haarscheurtjes. Vervang bij de minste twijfel.
  12. Controleer de datum op de gasslang. Slang die per meter wordt verkocht elke twee jaar vervangen. Slangen met aangekeken wartels gaan veel langer mee.
  13. Gebruik alleen slangen die speciaal voor butaan- en propaangas zijn gemaakt. Dit staat vaak op de slang gedrukt.
  14. Vergeet bij vervanging niet dat er nog gas in de slang kan zitten. Blijf dus uit de buurt van open vuur.
  15. Blijf bij het verwisselen van de gasfles ook uit de buurt van open vuur.
  16. Controleer de aansluiting na het verwisselen met een kwastje en zeepsop op lekkage.
  17. Open en sluit de fleskraan altijd met de hand. Gebruik dus nooit gereedschap.
  18. Laat het vullen van lege gasflessen over aan een erkend vulstation.