In gesprek met Marco Lange, directeur/eigenaar van La Strada
Onlangs trok ik voor de KCK met een La Strada buscamper door besneeuwde bergen van Oostenrijk. In Nederland zou dat alleen ene buscampertje maar liefst 110.000 euro kosten. Het was een 4×4 Mercedes Sprinter, met elke denkbare optie standaard gemonteerd. Het liet me niet meer los. Hoe houdt een relatief kleine fabrikant van buscampers stand tussen het budgetbus-geweld dat grote merken loslaten op de campermarkt? Dat ging ik daarom nog maar even vragen.
Interview La Strada Directeur Marco Lange
Ik ben dus weer terug bij de fabriek van La Strada. Het complex ligt in een parkachtig landschap, direct naast een woonwijk in het Hessische Echzell, dicht bij Frankfurt. Nu ligt er geen sneeuw, maar geeft de thermometer +36° Celsius aan. De lucht boven het keurige – zelfs de gootjes zijn schoon – parkeerterrein, trilt van de warmte. Hoewel de airco in de showroom lonkt, is een rondje om de fabriek daardoor aantrekkelijk. Het blauwgrijze complex ligt er spik en span bij, alsof het net nieuw is. En zo opgeruimd, schoon en vrij van onkruid zag ik nog nooit een fabrieksterrein. Marco Lange (46) ontmoet ik daarna in de modern ingerichte showroom van het complex. Hij is samen met Andries Dalchof, zijn compagnon, sinds 2011 eigenaar van La Strada Fahrzeugbau GmbH. Het bedrijf telt 40 productiemedewerkers.
“Een specialist heeft altijd bestaansrecht, zeker als je goed naar klanten luistert en kwaliteit en service voorop stelt.” Het antwoord op m’n eerste vraag is daarmee vrij snel gegeven. Marco Lange praat en praat maar door, ook tijdens de meteen volgende rondleiding door de productiehallen. “Het is de bedrijfsfilosofie”, legt hij uit; “Al sinds 1986 bouwt het bedrijf uitsluitend bestelwagens om tot campers. We zijn daarmee inmiddels tot specialist uitgegroeid en doen dingen op onze eigen manier. Roestwering bijvoorbeeld, daar steken we veel energie in. Je zaagt immers grote gaten in de door de bestelautofabrikant doordachte en doorontwikkelde roestbescherming. Na bijna 30 jaar zien we dus nog steeds campers uit de begintijd van La Strada rijden.”
In 2000/2001 bouwde La Strada zo’n 200 campers, nu zijn dat er ongeveer 280. Dat is nou niet wat je zegt een enorme ontwikkeling. Marco Lange: “We mikken bewust niet alleen op aantallen. Stabiliteit en kwaliteit in de firma en kwaliteit in de productie en bouw zijn net zo belangrijk. Waar men soms afgeeft op de ‘luidruchtige’ Mercedes Sprinter of Fiat Ducato, is een La Strada stil. Zo stil, dat we van klanten die overstappen soms klachten ontvangen over windgeruis van dakluiken. De wind is dan ineens hoorbaar boven het door ons gedempte motor- en interieurgeluid uit. We hebben ook geïnvesteerd in het dealernetwerk. In Nederland kregen we er met De Haan kampeerauto’s uit Tijnje bijvoorbeeld een geïnspireerde dealer bij. Ook belangrijk voor La Strada is de kwaliteit van de gebruikte materialen, accessoires van toeleveranciers en de kwaliteit van het vakmanschap. We willen probleemloze campers bouwen en eventuele klachten klantvriendelijk oplossen. Fouten maken kan een bedrijf ruïneren. Daarom zijn we voorzichtig met ontwikkelingen. Ook spelen we snel in op informatie die we ontvangen van gebruikers, klanten en zeker ook de pers. ”
La Strada ziet zichzelf als top-leverancier in zijn segment. Ondanks dat er sprake is van serieproductie, worden de vele verwerkingsstappen uitgevoerd met de hand. Het zagen en frezen van meubelpanelen, lamineren en afwerken gebeurt machinaal, maar elk paneeltje gaat ook door de handen van een vakman, die ‘strelend’ elke productiegang op kwaliteit aftast. Hoe hou je dat vol tegen fabrikanten als Possl, Trigano of Knaus, die elk jaar duizenden goedkope buscampers in de markt zetten? “Hoe het met die volumemerken gaat in de toekomst is afwachten. Wij produceren onze campers met levertijd, waardoor we schommelingen van de markt, in de productie snel kunnen opvangen. Klanten betalen tegenwoordig graag voor probleemloze producten. En men heeft liever een camper voor de deur dan het geld op de bank, ook dat helpt ons natuurlijk.”
Het grote aantal campers dat zich soms op slechts enkele toeristische plekken verzameld, zal dat op een gegeven moment niet tot verzadiging van de campermarkt leiden? Jaarlijks komen er immers ruim 70.000 campers bij in Europa? Daaronder zijn ook duizenden buscampers die elk jaar weer goedkoper worden.
Marco Lange: ”De hoeveelheid campers is voor ons geen probleem. Campers gaan, laten we zeggen, 25 jaar mee, maar ze slijten ondertussen door het gebruik. Ook veranderen ideeën van kopers over indeling en/of kleur, veranderen milieuregels of zijn bijvoorbeeld weer nieuwe modellen met nog zuiniger motoren leverbaar. Daardoor zal er ook altijd vraag zijn naar vervanging. Wij proberen ons uitbreidende klantenbestand zo tevreden te houden dat ze dan weer bij ons terug komen voor een nieuwe camper.”
Ervaring heeft het camperbedrijf sinds 1986 met de nog altijd populaire Volkswagen T3, die werd gevolgd door een serie op de Mercedes MB 100. Maar ook Citroën, Ford, Renault, de Mercedes Vito en allerhande busjes van Aziatische merken passeerden de productielijn. Met de La Strada Nova, een uit een stuk gebouwde polyester woning op een Mercedes onderstel, kwam de bekendheid van La Strada in een stoomversnelling. Als basisauto fungeren momenteel de Fiat Ducato in de Avanti-serie – en Mercedes Sprinter voor de serie Regent en Nova. De concurrentie is groot. Moet daar niet een model bij?
“In het huidige tijdperk is uitsluitend mikken groei ook een risico. We gaan daarom voor topkwaliteit en niet voor kwantiteit. Al heeft een firma als die van ons wel een bepaalde afzet nodig om te kunnen overleven. Klein brengt extra kosten met zich mee, zoals voor typegoedkeuringen, adverteren en het bezoek van beurzen. De koste daarvan moeten met minder wagens worden opgebracht. Dat houdt ook in dat adverteren met meer modellen meer kosten met zich mee brengt. Voor de komende paar jaren verwachten we wel groei, maar hooguit naar een productie van 300 campers. We zijn daarmee dan de grootste van de kleine camperbouwers, maar ook de kleinste van de groten. ” Verbazend genoeg slaagde La Strada er in 2013 in om een nieuwe trend onder buscamper kopers te introduceren. Tijdens de Caravansalon in Düsseldorf presenteerde het merk een Mercedes Sprinter 4×4, als basis onder de Regent S. De stoere buscamper op enorme off-road banden stak boven alle concurrenten uit en zorgde voor een sensatie in de speciale tentoonstellingshal.
Lange: “We wilden een echte publiekstrekker neerzetten en dat is meer dan geslaagd. Een jaar later kwamen concurrenten al met dergelijke modellen, maar we hebben ons marktaandeel gepakt en verkopen nu zo’n 10% van de productie op die stoere ‘Allrad’ Sprinter. Veel hoefde er overigens niet aan te veranderen. Ons standaard interieur is tegen off road gebruik bestand. De typegoedkeuring had nog het meeste voeten in de aarde, omdat we er echte grove off-roadbanden onder wilden verkopen. We zijn blij dat het is gelukt en dat we avontuurlijk camperaars tijdens hun reizen extra zekerheid kunnen bieden. Onder alle omstandigheden kun je met die 4×4-campers uit de voeten kunnen.”