IJsland Dag 25 Egilstadir – Vesturoraefi – Egilstadir (±250 km)
Vandaag zoeken we stuwdammen. De natuur in het binnenland zou ernstig te leiden hebben van de aanleg van deze stuwdammen, die energie gaan leveren voor de aluminiumindustrie in ontwikkeling. We maken een prachtige tocht. Eerst door de lente met landschappen vol paarse Lupines. Later door verlaten woestijnen in stoffige en kale vlakte. Het is een redelijk mooie dag en uiteindelijk vinden we na ongeveer 120 kilometer rijden de dam in aanbouw. Erg veel verandert de dijk niet in het kale landschap. OK, de waterstromen natuurlijk wel. Maar de dam is niet meer dan een uit drie delen gebouwde dijk. Dat valt dus erg mee. Er is een bezoekerscentrum waar we ons licht even opsteken en we drinken koffie in een kantine voor chauffeurs. Hartelijk welkom zijn we. Hier is niets privé.
Op de terugweg proberen we via de F910 door te steken naar Hrafnkelsdalur, maar het hoog water in een snelstromende beek houdt ons tegen. Het water is ijskoud, er is weer niemand in de buurt, ik heb geen zin op zonder broek te gaan peilen, dus draaien we om. Op de terugweg moeten we toch ook nog de waterval van Hengifoss bekijken. Hengifoss is bekend vanwege de kathedraal-achtige basaltformaties. Daar aangekomen blijkt het nog een hele klim om alles te zien zoals we het van foto’s herinneren. Vanaf de weg zie je er bijna niets van.
Klimmen dus. Maar zeer de moeite waard. We zitten er een tijdje te genieten van het uitzicht en het steeds beter wordende weer. Het is bijna warm als we een plekje uit de wind weten te vinden. Het laatste stukje rijden we terug langs het meer Lagarfljot. Langs de oevers krijg je de indruk dat je in een heel normaal land rijdt. Asfalt en een aaneengesloten rij villa’s.