IJsland Dag 26 Egilsstadir – Dettifoss – Selfoss – Egilstadir (±383 km)
We bekeken de kaart gisteravond nog eens en herinnerden ons een Jeep-trail aan de overkant van de Dettifoss. We hebben daar ook mensen zien lopen, helemaal aan de andere kant van de kloof. Het is ver, maar we besluiten nog een keer naar Dettifoss te gaan. De route; weg 1 loopt er het hele eind naar toe, maar halverwege steken we min of meer binnendoor via weg 910. Dan de 1 weer op tot voorbij de afslag Dettifoss en dan een Jeep-spoor op, weg F862, waar ook een bordje Dettifoss staat. Zo komen we aan de andere kant van de kloof en rijden een rondje, langs onze tweede camping. Pffff; wat een eind, maar eventueel komen we ‘s nachts pas terug. Maar het was de moeite waard.
We kunnen op weg 1 lekker opschieten. Grote stofwolken begeleiden ons als we de 910 op gaan en komen ook naar binnen drijven, maar het landschap is alle moeite zeker waard. Midden in het niemandsland slaan we nog een keer rechtsaf en ontdekken we een eenzame picknicktafel. Natuurlijk even gebruiken. Even? We blijven een t
ijdlang stilletjes naar de horizon staren. Het is helder, de luchten zijn prachtig en land en lucht vullen elkaar volkomen aan. Een 360 graden schilderij zonder huizen, zonder bomen of struiken, zonder mensen, zonder auto’s en zonder geluid. Alleen wij, de wind en stof. Op een foto komt het niet tot z’n recht, maar ik maak er toch weer een paar. Je moet wel. De bijzondere omgeving is buiten de paden gesloten voor off-road wagens en zelfs voor Jeep’s. Samenwerkende verhuurders en andere bedrijven spannen zich in om het landschap nog een beetje te beschermen. Maar of het helpt. Overal vind je toch de sporen. We scheuren met een rotgang langs een of andere toeristische boerderij Modrudalur. Er is niemand, maar er staan allerlei uitnodigingen op borden; cafetaria, camping, hostel etc. Vast een plek waar ’s zomers veel bussen stoppen. Een paar kilometer verderop
verlaten we de onverharde route en rijden de 1 weer op. Dan zijn we bij ‘ons’ offroadweggetje, aan de overkant van de kloof. We slaan af en rijden gelijk door bakken stof over een diep uitgewaaid spoor. Het is wel redelijk begaanbaar. Al een paar kilometer verder gaat het mooie weer over in bewolking en harde wind. We passeren een Land Rover met twee schuldig kijkende mannen die een beetje verdekt staat opgesteld achter een paar rotsen. Wildkamperen.
Prachtige plek, maar niet toegestaan buiten de paden. We bekijken de watervallen vanaf de overkant maar zien maar weinig door de spray die onze kant op waait. We worden er bovendien zeiknat.
Dan zijn we ook alweer aan de andere kant. 50 km jeep-spoor achter de rug. Nu de 53 kilometer terug over het wasbord. AF EN TOE OM GEK VAN TE WORDEN…. Met een camper doe je hier een dag over, anders ligt hij uit elkaar. Wij ‘schaatsen’ met ongeveer 50 km/u over het hobbelweggetje heen. Erger dan een trilplaat. Via de 1 rijden we terug naar de camping. Een lange maar prachtige route. We zijn laat huis en eten daarom eenvoudig. Wel een biertje natuurlijk. Wat een dag!