DAG 2 Moritzburg Duitland – Vrchlabi Tsjechië (±261 km)

Vannacht is het flink gaan regenen en het is ook niet meer gestopt. In onze zomervakantie is het ‘s ochtends vier graden boven nul en nat, nat, nat. Er valt motregen met dikke druppels er door. Geloof me, daar word je echt veel natter van dan van normale regen.

Na de koffie en het ontbijt gooien we de zeiknatte tent in de trailer en gaan op zoek naar het slot van Moritzburg. Het ding is snel gevonden maar staat in de steigers. Ik maak een foto met een boom precies tussen het gesteigerde deel en het nette deel. Steigers, dat is voor ons heel gewoon de laatste tijd. We hebben foto’s van Notre Dame in de steigers, Eifeltoren in netten, en de Opera van Parijs in de steigers. De Big Ben in Londen ook. En nog wel een paar.

Na een snelle foto gaan we op zoek naar de smalspoor stoomtrein die vanuit Dresden door dit gebied rijdt. Een paar lokalen zetten ons op het spoor van de enige helling in het tracé, waar de locomotief puffend naar boven moet. We rijden er heen en na wat zoeken blijkt het midden tussen de woningen te zijn. Geen hele mooie plek, maar als de trein komt laat hij toch wat stoom en dikke zwarte rook ontsnappen. Die foto zocht ik. Ze weten waarom we daar staan. Want de koppies van de machinisten komen al vroeg naar buiten en de duimen gaan omhoog.

Na een rondje Dresden, alle gebouwen stammen van na 1945, en een tour langs het DDR-museum en het Karl May museum, de eerste zeker de moeite waard, de tweede voor boekfanaten, verlaten we de stad Desden langs de Elbe naar het Oosten. Knalgele velden koolzaad begeleiden ons tijdens de landelijke route naar een kleine grensovergang naar Tsjechië.

In het Tsjechische gehucht Dolni Poustevna steken we via een ouwe brug de grens tussen Duitsland en Tsjechië over. Een klein stroompje vormt de natuurlijke barrière. Nog geen tien meter verderop ligt al de inrit van een supermarkt die door Aziaten wordt gerund. Omdat we nog groente, ingeblikt natuurlijk, nodig hebben slaan we gelijk af en kopen ons avondeten in. Ook een liter Smirnov verdwijnt in het mandje, samen met een verse Tsjechische salami. Natuurlijk kun je hier nog gewoon met Euro’s afrekenen. 

Dan volgt een rit via smalle weggetjes door het boerenland. Hoewel we ook hier en daar een beter onderhouden rijbaan treffen, is het doorgaans hobbelen, draaien, afslaan, kuilen, gaten en stuiteren. De niet aflatende regen zorgt voor dunne modderstromen over de weg. Ze stromen van de vele pas ingezaaide velden, waarop de plantjes nog maar net ontkiemen.

De Jeep ziet er na een tijdje uit als een beest, de aanhangwagen is niet meer te zien. In een van de dorpen is de weg zelfs afgesloten wegens herstelwerkzaamheden. Omrijden gaat niet. We stoppen netjes voor het hek en het verkeersbord, want om hier nou meteen een overtreding te begaan. Maar enkele werklieden wenken ons toch door. Wat volgt is een afdaling over een soort modderpasta. Achter de auto zien we de aanhanger langzaam van vorm veranderen door de er aan klevende bagger. Ook de ramen van de Jeep koeken langzaam dicht, een gevolg van de ver buiten de spatborden stekende banden. Daar moet ik nog eens iets aan doen.

Een paar keer verleggen we de route een beetje om zo goed mogelijk in/bij het Reuzengebergte uit te komen. Via een paar heel smalle weggetjes rijden we een route door de bergen. Het uiteindelijke doel is eigenlijk Polen, naar een camping in Polanica. Maar dat halen we bij lange na niet. 

We parkeren dus op een ANWB-camping in Vrchlabi. Het blijkt een nette camping met een hotel er op. Daar strijkt ‘s avonds een groep Duitsers neer die de hele nacht feestvieren. Rond 5 uur houden ze het pas voor gezien en wordt het eindelijk rustig.