Dag 12 Alta Noorwegen – Nordkapp Noorwegen (±240 km)

2e overtocht Kafjord – Honningsvag (±45 min)

Het is voor het eerst een echt vrieskoude nacht. In de loop van de nacht hebben we alweer de lange onderbroeken en de fleecetruien aangetrokken. Toch lijken de slaapzakken het bij vorst wat beter te doen dan bij enkele graden boven nul. Het vocht kan er bij vorst beter uit weg, omdat de lucht droger is. Bibber de bibber…., een voorproefje van wat er nog komt. Zelfs in de auto houden we weer de handschoenen aan en mutsen op. De weg is schoon, maar het land er omheen desolaat en het is nog volop winter. De weidse winterlandschappen in wit van sneeuw en bruin van steen wordt slechts onderbroken door rekken vol drogende stokvis en hier en daar een paar verloren rendieren.

De rendieren (en ook de vis) laten zich gemakkelijk fotograferen. Ook op een lokaal vissersbootje laat niemand zich zien, al staat er een zeiltje op het achterdek om het scheepje netjes op de wind tegen de stroming te houden. Via een spectaculaire langs open zee lopende weg, haast over de kliffen, rijden we het laatste stuk naar de veerboot. De Noordkaap voor toeristen, verderop zou nog een tweede kaap liggen, ligt op een eiland, dus we moeten met een veerbootje over naar Honningsvag. Vlak voor we de boot op mogen springt een hydraulische leiding van de laadklep kapot en sproeit alles onder de hydraulische olie. We hebben geluk dat we er niet net onder staan of rijden. We zetten op de parkeerplaats een bakkie koffie. Pas uren later is de zaak gerepareerd en kunnen we afduwen. Aan boord horen we dat er even verderop een tunnel klaar ligt om van het eiland een schiereiland te maken. Helemaal aangelegd voor de toeristen, helemaal klaar, maar nog niet in gebruik omdat de koning geen tijd had om de traditionele opening te verzorgen.

We rijden van de aanlegplaats, alweer door een witte winter, hier en daar onderbroken door bruine heuveltoppen waar de sneeuw afgeblazen is, rechtstreeks naar de meest noordelijke camping van Europa; Kirkeporten. Iedere Noordkaapganger moet hier heen. Alweer worden we ontvangen door een campingbaas die ons ‘Real Vikings’ noemt. Het is min tien en er staat een stevig windje.

Op zijn advies zetten we de tent even later achter een schutting die wat ‘beschutting’ biedt tegen de net stevig opgestoken noordenwind. De tent stond weer zo, we trokken er een picknicktafel bij, gasbrander aan en we zitten nu heerlijk uit de wind in de open voortent. In de kou, maar met uitzicht op het bevroren meertje van de camping.

Vanaf de duikplank maak ik een foto van ons verlaten plekkie waar we helemaal alleen staan. Tijdens de ijskoude borrel vragen we ons af of alle toeristen soms worden ontvangen met de opbeurende woorden dat ze Vikingers zijn. Maarten komt ook weer aan in z’n Land Rover. Hij zou naar Hammerfest, maar daar was het zo vreselijk leeg en uitgestorven –‘het leek een verlaten industrieterrein’ – dat hij door is gereden, achter ons aan. We maken het tot ongeveer 24.00 uur gezellig in de campingkeuken. Warm, met lekker een eigen potje eten op het gas en pratend wachten op middernacht.

’t Is een en al mist als we midden in de nacht naar het Noordkaap-monument vertrekken. We volgden af en toe de strepen langs de weg om ons te oriÎnteren. We zien nooit een kip, dus durven we nu ook wel te gokken dat we zonder aanrijdingen door de soepdikke mist komen. Bij het tolhuisje is het weer opgeklaard. Toegang kost normaal 175 kronen, maar er zit niemand, dus rijden we door. Onder de overkapping van de ingang van het Noordkaap-bezoekerscentrum maken we een foto, zelfs eentje met de auto er bij. Er is niemand anders te bekennen. Zon is er niet, wel is het om 0300 uur nog licht genoeg om uit de hand een foto van m’n horloge te maken. Middernachtzon zien we helaas niet.