IJsland Dag 18 Skogar – Eyjafjallajokull – Skogar (±139 km)

Na een heerlijk rustig ontbijt met thee, koffie, brood, eieren, ham etc. zoeken we de warmte van de Jeep weer op. We gaan naar de
Eyjafjallajokull IJsland gletsjer ten westen van de Myrdalsjokull waar we op de camping eigenlijk onder staan. Smeltwater van de laatste komt bij ons over de klif, maar ook bij de Seljalandsfoss, die mogelijk nog meer toeristisch is ingericht. Vanaf de hoek van weg 1 met route F249 het gebied binnen, heb je een prachtig uitzicht over het stroomgebied, de delta zo je wilt, van Gilsa en Markarfljot (hoop het allemaal goed te schrijven). Wij rijden er in naar het noorden. Al snel komen we een groep IJslanders tegen die met hun enorme trucks het gebied uit komen. Zij met z’n drieën geprepareerd voor alles, wij alleen met onze mini-Jeep. Maar we gaan door, met een huur Suzuki op onze achterbumper. Die kijkt steeds toe hoe diep de beken zijn en volgt dan al snel om het gaatje weer dicht te rijden.

Af en toe gaan we door dieper snelstromend water, maar ongeveer elke 300 meter door een stroompje dat geen indruk maakt. Dan staan we ineens voor de gletsjer. Er ligt een mooi gletsjermeer voor, waar de weg doorheen loopt. Ik heb geen zin om het steenkoude water te gaan verkennen, dus we houden het voor gezien. We genieten een tijdje van het uitzicht en gaan dan heel langzaam terug. Wat een gebied. En kijk, bij de tent is de vermoeidheid ook weer vergeten, ondanks de kou en de samenscholende Duitsers. De bussen rijden af en aan en we worden met tent en jeep heeeeel vaak gefotografeerd.


Ja mensen, dat is kamperen. Dan verblijf je op zo’n wereldplek. Voor ons geen hotels.