Dag 16 Lodingen Noorwegen – Stave Vesteralen Noorwegen (±240 km)

Via de E 10 rijden we eerst naar het zuiden, tot hij zich naar het noorden splitst om daarna nog zo ver mogelijk naar het noorden te rijden en via weg 82 naar het eiland Andoya. Van daar naar het meest noordelijke puntje, naar Andenes. In het dorp bezoeken we meteen het walvismuseum en boeken een walvissafari voor de volgende dag. Twee keer 180 gulden meneertje. Hopelijk is het dat waard. Met een vissersboot gaan we de oceaan op om potvissen te spotten, niet schieten (helaas want dat zou pas vissen zijn, hoewel vissen…). Vandaag kunnen we niet meer mee. Via de 82 rijden we een stukje terug om dan de rest, het vervolg van de 82 op te pikken. Wat volgt is een prachtige route langs de andere kant van het eiland, met hier en daar de mogelijkheid van een onverharde weg. Echt zwaar wordt het niet. We zien in de verte een paartje Zeearenden. Het natte eiland blinkt uit in granieten rotsformaties, meertjes, plakken mos en dikke moerasvelden met turf.

Na een tiental kilometers rijden is rechtsaf een aflag naar Stave, waar Stave Camping ligt. Meer dan een woonhuis met voorzieningen in de kelder, en een grasveld dat uit de oceaan lijkt te beginnen, is het niet. Maar het is zoals gewoonlijk wel schoon en de douches zijn goed. Als we aankomen vecht een Duits gezinnetje – met z’n vijven in een VW T4 bestelbuscamper  die vol kano’s hangt – met hun polyester tentjes. Meer gasten zijn er ook niet. We kijken het vanuit de auto een tijdje aan. De Duitsers probeerden drie lappen nylon van elk zo’n 20 vierkante meter in de straffe wind onder controle te houden. Polyester tentstokken vliegen in het rond. Mooi spul dat lichtgewicht, maar wij zijn hier in het voordeel met de 30 kg wegende Karsten. Wij laten onze loodzware tent achter uit de Jeep rollen en slepen ‘m naast de auto in het zicht van de Duitsers. Even opscheppen. Pompen met de compressor en in een paar minuten staat hij. We slaan deze keer wat meer scheerlijnen vast. Heel Duitsland heeft zich dan rond ons kampje verzameld en ze brengen het gesprek op gang door uit te roepen; ‘Was ist das den fur ein tolle Zelt’. We gebruiken die uitroep nu nog als er iemand komt kijken. We verwijzen ze dus naar Karsten tenten in Zwaag. We slenterden nog wat langs de kust, maar eigenlijk is het daar geen weer voor. Windkracht 8 schatten we, en dat over een ijskoude oceaan. Vandaag maar eens vroeg in de slaapzakken.